Op 23 november 2020 werd de belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig goedgekeurd tot en met 31 december 2025.
Aangezien de tariefstructuur reeds van toepassing is vanaf 23 november 2020 is een tariefverhoging rekening houdend met de evolutie van de gezondheidsindex aangewezen.
Artikel 170§4 van de Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
Artikel 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet.
Artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 288 en 326 t.e.m. 335 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De raad keurt de belasting vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig op grond van artikel 1 § 2 van de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap, of in het kader van een bestuurlijke aanhouding op grond van artikel 31 van de wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt als volgt goed:
Artikel 1
Als rit dient verstaan te worden het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming, door de politie bepaald, is gebracht (politiecommissariaat, thuis, …).
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 160 EUR per rit en per vervoerd persoon.
De belasting wordt gevestigd door de gemeente op wiens grondgebied de vervoerde persoon het politievoertuig voor het eerst betreedt.
Artikel 3
De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of in voorkomend geval van de voor hem of haar burgerlijk verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming bereikt heeft.
Vrijgesteld van deze belasting is het vervoer van personen met een politievoertuig in het kader van een gerechtelijke aanhouding in de zin van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
Artikel 4
De belasting zal geschieden bij wijze van een kohier overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan een bezwaar indienen conform de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008. Het bezwaarschrift moet gemotiveerd en met redenen omkleed zijn en schriftelijk worden ingediend bij het College van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.
De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met het belastingreglement op het vervoer van personen met een politievoertuig op met ingang van 1 januari 2026 op.