Terug
Gepubliceerd op 26/11/2025

2025_GR_00181 - reglementen - 21 belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 - goedkeuring

gemeenteraad
ma 24/11/2025 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement, type Kohierbelasting. Dit reglement treedt in werking op 01/01/2026 en eindigt op 31/12/2031
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Koen Metsu, burgemeester; Koen Michiels, eerste schepen; Andries Tjalma, tweede schepen; Lawrence Vancraeyenest, derde schepen; Albert Follens, vierde schepen; Yves Coquilhat, vijfde schepen; Brigitte Vermeulen-Goris, schepen / voorzitter bijzonder comité; Bart Breugelmans, raadslid; Jeroen Van Laer, raadslid; Sien Pillot, raadslid; Cynthia Govers, raadslid; Philippe Muyters, raadslid; Stefan De Winter, raadslid; Rudi Dias, raadslid; Sabine Peeters, raadslid; Els Pauwels-Croegaert, raadslid; Veerle Van Caeneghem, raadslid; Didier Neyrinck, raadslid; Johan Nagels, raadslid; Fran Lauriks, raadslid; Jimi Claeys, raadslid; Hugo Van Bueren, raadslid; Hayat Bentouhami; Greet Marivoet; Ellen Stevens; Tom De Vries, algemeen directeur; Adrian De Weerdt, voorzitter gemeenteraad

Verontschuldigd

Sanne Descamps, raadslid

Secretaris

Tom De Vries, algemeen directeur

Voorzitter

Adrian De Weerdt, voorzitter gemeenteraad

Stemming op het agendapunt

2025_GR_00181 - reglementen - 21 belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 - goedkeuring

Aanwezig

Koen Metsu, Koen Michiels, Andries Tjalma, Lawrence Vancraeyenest, Albert Follens, Yves Coquilhat, Brigitte Vermeulen-Goris, Bart Breugelmans, Jeroen Van Laer, Sien Pillot, Cynthia Govers, Philippe Muyters, Stefan De Winter, Rudi Dias, Sabine Peeters, Els Pauwels-Croegaert, Veerle Van Caeneghem, Didier Neyrinck, Johan Nagels, Fran Lauriks, Jimi Claeys, Hugo Van Bueren, Hayat Bentouhami, Greet Marivoet, Ellen Stevens, Tom De Vries, Adrian De Weerdt
Stemmen voor 25
Jeroen Van Laer, Johan Nagels, Koen Metsu, Koen Michiels, Rudi Dias, Albert Follens, Lawrence Vancraeyenest, Bart Breugelmans, Sien Pillot, Cynthia Govers, Philippe Muyters, Brigitte Vermeulen-Goris, Sabine Peeters, Els Pauwels-Croegaert, Veerle Van Caeneghem, Andries Tjalma, Yves Coquilhat, Didier Neyrinck, Fran Lauriks, Jimi Claeys, Hugo Van Bueren, Hayat Bentouhami, Greet Marivoet, Ellen Stevens, Adrian De Weerdt
Stemmen tegen 1
Stefan De Winter
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2025_GR_00181 - reglementen - 21 belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 - goedkeuring 2025_GR_00181 - reglementen - 21 belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 - goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0002

Aanleiding en context

De Vlaamse Codex Wonen stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

Verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente dient  voorkomen en bestreden te worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan. Het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt. Het is bovendien nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.

Op basis van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 kunnen gemeenten een register van verwaarloosde gebouwen en woningen bijhouden.

De registratie van verwaarlozing wordt vastgesteld in het gemeentelijk reglement op verwaarloosde woningen en gebouwen. 

Argumentatie

De strijd tegen de verwaarloosde woningen en/of gebouwen zal onder meer een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een register ook daadwerkelijk belast worden.

In de gemeente Edegem is een belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen van kracht, laatst gewijzigd door de gemeenteraad op 16 december 2019. 

In dit belastingreglementen zijn vrijstellingen van de belasting opgenomen omdat die het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente. 

Het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen is ook nodig, gezien de financiële toestand van de gemeente. Inkomsten verworven via belastingen financieren de algemene uitgaven van het lokaal bestuur.

Voor de volgende aanslagjaren moet dit bestaande belastingreglement herstemd worden. In voorliggend reglement werden de juridische gronden deels gewijzigd. 

Juridische grond

De Grondwet, in het bijzonder art. 40, 162 en 170, §4.
Regelt de bevoegdheid van de gemeenteraad.  

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Formuleert aandachtspunten in het kader van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen. 

Vlaamse Codex Wonen van 2021, inzonderheid boek 2, deel 2, titel 4 en artikels 2.15 tot en met 2.20.
Regelt het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, inzonderheid boek 2, deel 2, titel 4, artikel 2.14. 
Gemeenten die deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk samenwerkingsproject lokaal woonbeleid moeten verplicht verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.

Ministerieel besluit van 12 december 2019.
Goedkeuring subsidiebelofte aan IVLW Zuidrand 1 voor de periode 2020 tot en met 2025 door de Vlaamse minister voor Wonen.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De raad keurt het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 goed als volgt: 

ARTIKEL 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a. een aangetekend schrijven;
b. een afgifte tegen ontvangstbewijs.
c. een elektronische aangetekende zending.

2° Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

3° Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet; namelijk elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4° Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement en artikel 2.15 van de Vlaamse Codex Wonen;

5° Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

6° Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen; 

7° Woning: een goed vermeld in artikel 1.3 §1, eerste lid 66°, Boek 1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande)

8° Houder van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
a. de volle eigendom;
b. het recht van opstal of van erfpacht;
c. het vruchtgebruik.

9° Woonproject: een sociaal woonproject of een ander woonproject dat wordt opgezet om te voorzien in de huisvesting van gezinnen of alleenstaanden of om hun woonsituatie te verbeteren. Een woonproject is sociaal wanneer het de realisatie van sociale huurwoningen, sociale koopwoningen of sociale kavels, met inbegrip van de eventuele gemeenschappelijke voorzieningen en bescheiden huurwoningen betreft.
Een sociaal woonproject is gemengd wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan:
a. het woonproject omvat of realiseert een menging van sociale huurwoningen met sociale koopwoningen en/of bescheiden huurwoningen;
b. de sociale huurwoningen en/of sociale koopwoningen worden zodanig geïntegreerd in de bestaande woonstructuur dat er een menging ontstaat met woningen van de privésector.

ARTIKEL 2: BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
§1. Er wordt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

Artikel 3: BELASTINGPLICHTIGE
§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

§2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

ARTIKEL 4: TARIEF VAN DE BELASTING 
§1. De belasting bedraagt:

  • 1000 EUR voor een gebouw
  • 1000 EUR voor een woning

Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

  • 2000 EUR voor een gebouw 
  • 2000 EUR voor een woning 

Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende  termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

  • 3000  EUR voor een gebouw 
  • 3000 EUR voor een woning

Indien het gebouw of de woning een vierde of latere opeenvolgende  termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

  • 4000 EUR voor een gebouw 
  • 4000 EUR voor een woning                                                                                                                            

ARTIKEL 5: VRIJSTELLINGEN
§1. Een vrijstelling van de belasting kan door de houder van het zakelijk recht aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de belasting moet via beveiligde zending of via de officiële website van de gemeente worden ingediend bij lokaal bestuur Edegem voor de verjaardag van de registratiedatum. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 5§2 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie. De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren.

Een vrijstelling van belasting kan ambtshalve worden toegepast voor zover de administratie in bezit is van afdoende bewijskrachtige gegevens.

§ 2. Van de belasting op verwaarlozing zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor de eerste belastingaanslag volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht; 

2° de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en de woning is aangeduid als te onteigenen goed;  

3° de woning of het gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard; 

4° de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 

5° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning;

6° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits de belastingplichtige door middel van een gedetailleerd renovatiedossier (timing, aard werken, kostprijs en foto's) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum twee jaar.

7° de woning of het gebouw die een houder van het zakelijk recht om efficiëntieredenen in een groter sociaal woonproject met meerdere tegelijk wil renoveren of herbouwen. De vrijstelling kan voor maximum vijf (5) opeenvolgende jaren worden verkregen, op voorwaarde dat de houder van het zakelijk recht jaarlijks de vooruitgang aantoont in het project.

8° de woning of het gebouw waarvan de verwaarlozing op de verjaardag van de opnamedatum het gevolg is van overmacht, dat wil zeggen te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de verwaarlozing;

ARTIKEL 6: INKOHIERING
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. 

ARTIKEL 7: BETALINGSTERMIJN 
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

ARTIKEL 8: BEZWAAR
§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

ARTIKEL 9 
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 2

De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen met ingang van 1 januari 2026 op.

Artikel 3

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.