2025_PL_00002 - ocmw - verkiezing van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst - aanstelling

In kwestie werd geen verklaring van lijstenverbinding overgemaakt aan de algemeen directeur. 

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld dat elke akte van voordracht van de kandidaat-leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst: 

• gedaan is op de modelakte die de Vlaamse Regering bij besluit van 21 juni 2024 heeft vastgesteld en die op de dag van de verkiezingen door het Agentschap Binnenlands Bestuur met de datumstempel van die dag ter beschikking is gesteld;  

• de voornaam of voornamen, de achternaam, de geboortedatum, het beroep, het rijksregisternummer en de hoofdverblijfplaats van de kandidaat-leden en opvolgers vermeldt; 

• ondertekend is door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, of, als de voorgedragen kandidaat deelgenomen heeft aan de lokale verkiezingen, door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen en die geïnstalleerd zijn als raadslid; 

• kandidaat-leden van verschillend geslacht vermeldt, tenzij het gaat om een lijst of groep van lijsten waaraan maar één zetel in het bijzonder comité voor de sociale dienst is toegewezen; 

• niet meer kandidaat-leden vermeldt dan het aantal dat aan de lijst of groep van lijsten is toegewezen; 

• uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de algemeen directeur is bezorgd. 

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat de akten van voordracht van de kandidaat-leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst ontvankelijk zijn. 

Uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat alle kandidaat-leden en kandidaat-opvolgers  aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen.  

De kandidaat-leden bevinden zich niet in een situatie van onverenigbaarheid zoals bedoeld in decreet artikel 100 van het decreet over het lokaal bestuur.  

De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.". 

Peter Van Lint is verontschuldigd op de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn. Hij kan de eed niet afleggen en wordt opgeroepen om op de eerstvolgende zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn de eed af te leggen. 

Het bijzonder comité voor de sociale dienst bestaat uit personen van verschillend geslacht.