Sinds 1 januari 2010 is de registratie en bestrijding van leegstand een zuiver gemeentelijke bevoegdheid.
Tijdens de zitting van 15 december 2010 keurde de gemeenteraad in Edegem voor het eerst een gemeentelijk reglement op leegstaande woningen en gebouwen goed. Nadien werd het reglement meermaals gewijzigd.
Lokaal bestuur Edegem neemt deel aan de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid 'IVLW Zuidrand 1'. Tijdens de zitting van 24 juni 2019 keurde de gemeenteraad het subsidiedossier IVLW Zuidrand 1 voor de Vlaamse regering goed. Hiermee ging de gemeente akkoord met de verdere deelname aan deze intergemeentelijke samenwerking lokaal woonbeleid en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Eén van de Vlaamse prioriteiten voor het woonbeleid is dat de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden. In het kader van deze Vlaamse beleidsprioriteit moet lokaal bestuur Edegem, als lid van IVLW Zuidrand 1, verplicht leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.
Lokaal bestuur Edegem hecht veel belang aan een aangename woonomgeving en vindt het wenselijk dat het beschikbaar patrimonium voor wonen en economische activiteiten in de gemeente effectief benut wordt. Langdurige leegstand van woningen en gebouwen opvolgen en inperken ondersteunt dit beleid en voorkomt verloedering.
In een gemeentelijke verordening worden nadere materiële en procedurele regels in functie van het register van leegstaande gebouwen en woningen bepaald.
Gezien de inhoudelijke wijziging van het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen wordt ook het reglement op leegstaande woningen en gebouwen hernieuwd.
In voorliggend reglement werden de juridische gronden aangepast. Er wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, niet meer naar het Decreet Grond- en Pandenbeleid en eerdere uitvoeringsbesluiten. Verder werden enkele kleine aanpassingen gedaan ten opzichte van het vorige reglement, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2017.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Regelt de openbaarheid van bestuur.
Vlaamse Codex Wonen van 2021 van 17 juli 2020, inzonderheid boek 2, deel 2, titel 3 en artikels 2.9 tot en met 2.14.
Regelt het leegstandsregister.
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, inzonderheid boek 2. deel 2, titel 4, artikel 2.14.
Gemeenten die deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk samenwerkingsproject lokaal woonbeleid moeten verplicht
leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.
Ministerieel besluit van 12 december 2019.
Goedkeuring subsidiebelofte aan IVLW Zuidrand 1 voor de periode 2020-2025 door de Vlaamse minister voor Wonen.
De raad keurt het reglement op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 april 2024 als volgt goed:
ARTIKEL 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van artikel 1.3 en artikel 2.9 tot en met 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Voor de toepassing van dit reglement wordt specifiek volgende definitie verstaan onder:
§ 1. Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met het beheer, de opmaak, de opbouw en de actualisering van de gemeentelijke inventaris.
§ 2. Administratieve akte: de beslissing tot opname van een leegstaande woning of een leegstaand gebouw in het leegstandsregister. De administratieve akte bevat de vaststelling van de leegstand.
§ 3. Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.
§ 4. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a. een aangetekend schrijven;
b. een afgifte tegen ontvangstbewijs.
§ 5. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
§ 6. Houder van het zakelijk recht, zoals vermeld in artikel 1.3 §1 22° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, de persoon of de personen met één van de volgende zakelijke rechten met betrekking tot een woning of gebouw:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
§ 7. Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt ingeschreven.
§ 8. Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt, zoals vermeld in artikel 1.3 §1, 25° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
§ 9. Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uit maken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of gedeelten ervan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt de functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na slopen van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
§ 10. Als leegstaande woning wordt beschouwd: een woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
§ 11. Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, opgemaakt als een digitaal bestand. Het leegstandsregister vormt een bestuursdocument overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 en is als zodanig toegankelijk voor het publiek.
§ 12. Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
§ 13. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving, zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
§ 14. Vrij beroep: elke zelfstandige beoefenaar van een dienstverlenend intellectueel beroep, waarbij de dienstverlening hoofdzakelijk uit een intellectuele prestatie bestaat, er een belangrijke voorafgaande opleiding en permanente vorming vereist is, de beoefenaar een persoonlijke verantwoordelijkheid draagt, de dienstverlening gebeurt zowel in het belang van de cliënt als het algemeen belang en de beroepsuitoefening onderworpen is aan een deontologie.
§ 15. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3 §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
ARTIKEL 2: LEEGSTANDSREGISTER
§ 1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het register leegstand bestaat uit twee afzonderlijke inventarissen:
een inventaris “leegstaande gebouwen”;
een inventaris “leegstaande woningen”.
Een woning die opgenomen is in de Vlaamse inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen wordt daarna niet opgenomen in het register leegstand.
Een gebouw of een woning, geïnventariseerd als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.
§ 2. In elke inventaris worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
1° het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of gebouw;
3° de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde(n);
4° het nummer en de datum van de administratieve akte;
5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.
ARTIKEL 3: INVENTARISATIE VAN LEEGSTAND
§ 1. Onverminderd de toepassing van 89bis van het Wetboek van Strafvordering heeft de administratie toegang tot de bedrijfsruimten, gebouwen, woningen en kamers om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten.
§ 2. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeenteheffingen.
§ 3. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als inventarisatiedatum.
§ 4. De vaststelling van leegstand wordt vastgesteld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve lijst:
ARTIKEL 4: KENNISGEVING VAN INVENTARISATIE:
De houder van het zakelijk recht
wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in de gemeentelijke inventaris. De kennisgeving bevat:
ARTIKEL 5: BEROEP TEGEN INVENTARISATIE
§ 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven vermeld in artikel 4, kan een houder van het zakelijk recht bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens een houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
De indiener voegt bij het verzoekschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht.
De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren.
§ 2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
§ 3. Elk inkomend beroepschrift wordt in de gemeentelijke inventaris geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.
§ 4. Het beroepschrift is niet ontvankelijk:
§ 5. Als het beroepschrift niet ontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit mee aan de indiener met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd.
§ 6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
§ 7. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als de beroepsinstantie het beroep gegrond acht, of nalaat binnen de termijn van negentig dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in de gemeentelijke inventaris.
§ 8. Indien de beslissing tot opname in de gemeentelijke inventaris niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw of de woning in de gemeentelijke inventaris op vanaf de datum van de administratieve akte.
ARTIKEL 6: SCHRAPPING UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS VAN LEEGSTAANDE WONINGEN EN GEBOUWEN
§ 1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt eens een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden ononderbroken bewoond is of aangewend wordt in overeenstemming met de functie. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
§ 2. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt eens een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, als vermeld in artikel 1 §9, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
§ 3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt een houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie, via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
- de identiteit en het adres van de indiener;
- de aanwijzing van de administratieve akte van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
- de bewijsstukken overeenkomstig artikel 6 §1 en artikel 6 §2 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit de inventaris;
- de datum van indienen van het verzoek.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren. De administratie neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
Tegen beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister, kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure vermeld in artikel 5.
Slotbepalingen
§1 Dit reglement treedt in werking vanaf 1 april 2024. De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met leegstaande woningen en gebouwen op.
§2 De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.