De wet van 17 juli 2023 regelt de arbeidsrechtelijke omkadering van een arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval die zich voordoet tijdens de (wettelijke) jaarlijkse vakantie van de werknemer. De wet treedt in werking op 1 januari 2024.
De aanleiding voor deze nieuwe wetgeving is een aanpassing van de regelgeving inzake jaarlijkse vakantie om deze in overeenstemming te brengen met de Europese arbeidstijdrichtlijn (2003/88/EG), die aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon toekent van ten minste vier weken.
In dit kader worden onder meer de regels die van toepassing zijn ingeval van samenloop van jaarlijkse vakantiedagen met bepaalde dagen van arbeidsonderbreking (bv. ziekte) gewijzigd.
Hierdoor kunnen vanaf 1 januari 2024, werknemers die arbeidsongeschikt worden tijdens een periode van jaarlijkse vakantie hun vakantiedagen behouden om deze later op te nemen. Deze regeling is al in voege en is van toepassing zonder dat de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement formeel dienen aangepast worden. Deze aanpassing is een actualisatie van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement.
Daarnaast is de functie van jeugdconsulent vacant en dient deze opnieuw ingevuld te worden. De bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor jeugdconsulent dienen aangepast te worden.
De wet van 17 juli 2023 geldt enkel bij toepassing, door het bestuur, van de private vakantiewetgeving en is enkel van toepassing op contractanten, maar dezelfde regels worden toegepast voor het statutair personeel.
Voor de lokale besturen is er overigens artikel 54 van het Rechtspositiebesluit van 2023 dat, onafhankelijk van het toepasselijke vakantiestelsel, bepaalt dat een afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid nooit als vakantiedag mag tellen: als personeelsleden arbeidsongeschikt worden vóór de aanvang van aangevraagde en toegestane vakantiedagen, wordt de vakantie opgeschort; wanneer personeelsleden arbeidsongeschikt worden tijdens een periode van jaarlijkse vakantie, wordt het vakantieverlof omgezet in verlof wegens arbeidsongeschiktheid. Het Rechtspositiebesluit maakt geen onderscheid tussen statutairen en contractuelen, een lokaal bestuur kan bijgevolg de regels uit de wet 13 juli 2023 op dezelfde wijze toepassen op statutairen op basis van de gelijke behandeling van statutairen en contractuelen.
Daarnaast kunnen contractuele werknemers wegens overmacht het saldo van niet opgenomen wettelijke vakantiedagen (beperkt tot 20 dagen) overdragen en vervolgens opnemen binnen een periode van 24 maanden. Ook hier kan een zelfde regeling voorzien worden voor de statutairen. De redenen voor het inroepen van overmacht zijn door de wetgeving beperkt omschreven.
Sedert 1 januari 2023 dienen personeelsleden geen ziektebriefje meer voor te leggen voor een 1-dagziekte (max 3 keer per jaar). Deze regeling wordt toegepast maar de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zijn nog niet geactualiseerd op dat vlak.
De functie van jeugdconsulent is vacant en zal opnieuw ingevuld worden. In de bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden is een voorwaarde opgenomen die niet meer van toepassing is en best geschrapt wordt, namelijk het verplicht bezit van een attest van jeugdconsulent. De bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden werden bijgevolg geactualiseerd.
Voor beide aanpassingen werd een positief protocol van onderhandeling afgeleverd, respectievelijk op 22 november 2023 en op 19 februari 2024 (voorwaarden voor jeugdconsulent).
Arbeidsovereenkomstenwet en rechtspositieregeling
Wet van 17.07.2023 tot wijziging van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen m.b.t. samenloop van jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid (BS 31.07.2023; in werking: 01.01.2024)
De raad keurt goed dat volgende regeling als volgt wordt opgenomen in de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zowel voor gemeente- als voor OCMW- personeel:
"Als een personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort en gelden de regelingen in geval van ziekte.
Als een personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie dan wordt de vakantie opgeschort en geldt de regeling in geval van ziekte. Hiertoe moet de medewerker onmiddellijk de personeelsdienst op de hoogte brengen van zijn ziekte en binnen de 48 uren een doktersattest die de ziekte wettigt ook voor ééndagsziekte, bezorgen aan de personeelsdienst.
Het personeelslid dat wegens ziekte of ongeval ziek is tijdens het jaarlijks verlof, moet de personeelsdienst op de hoogte brengen van zijn verblijfplaats indien hij zich niet op zijn thuisadres bevindt.
Deze mededeling kan telefonisch, per e-mail of een ander bericht gebeuren.
Als het personeelslid de vakantiedagen wil behouden, moet het dit uitdrukkelijk melden en een nieuwe vakantie-aanvraag indienen voor het nog bekomen van de resterende vakantiedagen.
Het personeelslid dat niet meldt dat het zijn vakantiedagen wil behouden en/of niet op de hoogte brengt van zijn verblijfplaats en/of geen medisch getuigschrift bezorgt binnen de oplegde termijn, kan de vakantiedagen die samenvielen met de dagen van arbeidsongeschiktheid niet behouden. Met andere woorden, hij kan die vakantiedagen niet naar een later tijdstip overdragen. De betrokken dagen worden bijgevolg beschouwd als vakantiedagen en niet als arbeidsongeschiktheidsdagen. "
De raad keurt goed dat volgende regeling ( inwerking sedert 1 januari 2024) als volgt wordt opgenomen in de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zowel voor gemeente- als voor OCMW- personeel:
"§1Het contractueel personeelslid heeft het recht om de wettelijke vakantiedagen die het niet heeft kunnen opnemen wegens overmacht, over te dragen naar het volgend vakantiejaar en op te nemen binnen de 24 maanden te tellen vanaf 31 december van het vakantiejaar.
§2Het statutair personeelslid heeft het recht om vakantiedagen die het niet heeft kunnen opnemen wegens overmacht over te dragen naar het volgend vakantiejaar. Maximaal kunnen 20 vakantiedagen overgedragen worden naar het volgend vakantiejaar die op te nemen zijn binnen de 24 maanden eveneens te tellen vanaf 31 december van het vakantiejaar. Het saldo van overgedragen vakantiedagen vervalt na 24 maanden en wordt niet uitbetaald.
§3 Als overmacht in het kader van de overdracht van de wettelijke vakantiedagen wordt limitatief beschouwd:
Arbeidsongeval en beroepsziekte
Ongeval en ziekte van gemeen recht
Moederschapsrust
Profylactisch verlof
Geboorteverlof
Adoptieverlof
Pleegzorgverlof en pleegouderverlof "
De raad keurt de aangepaste aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor jeugdconsulent B1-B3 (bijlage III van de rechtspositieregeling) als bijlage goed