Samenvatting ingediend voorstel tot beslissing:
Vandaag zijn er reeds vele financiële beslissingen gevallen, allen in het kader van de tax-shift van deze meerderheid. We hebben eerder al aangegeven dat we jullie tax-shift een asociale maatregel vinden die enkel de rijkste inwoners ten goede komt en de minder begoeden in de kou laat staan. Vandaar dat we bijkomend een tax-shift voorstellen die wel sociaal rechtvaardig is. Dat de belasting op de tweede verblijven opnieuw buiten schot blijft, is een extra bewijs voor het sociaal onrechtvaardige karakter van de Edegemse Tax-shift. Kan het duidelijker?
Vandaar ook ons voorstel om samen met alle andere verhogingen van de voorbije jaren ook de belasting op het tweede verblijf in onze gemeente te verhogen. Zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
We stellen voor om artikel 5 van het belastingreglement als volgt aan te passen :
Artikel 5 Bedrag
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier en het basisbedrag wordt vastgesteld op 1 500 EUR per tweede verblijf.
Bespreking van het voorstel:
Na toelichting en bespreking in de raad wordt het voorstel tot verhoging in onderling overleg beperkt tot 1 200 EUR zodat het tarief verhoogd wordt met eenzelfde indexatie van 20%.
Er bestaat consensus over het principe tot verhoging, dewelke echter niet werd geagendeerd door een juridische onduidelijkheid over een mogelijke bovengrens van het belastingtarief. Verder nazicht heeft ondertussen uitgewezen dat dit voormalig grensbedrag niet langer van kracht is.
Weerhouden beslissing:
aanleiding en context
Gemeenten kunnen een beleid rond tweede verblijven voeren. Het belastingreglement op de tweede verblijven is reeds van toepassing in de gemeente Edegem, voor het laatst
goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019.
argumentatie
De gemeente Edegem kiest ervoor om een reglement op tweede verblijven op te maken, als onderdeel van haar lokaal woonbeleid. De Vlaamse Wooncode duidt de gemeente aan als regisseur van het lokaal woonbeleid.
Daarnaast neemt de belasting op tweede verblijven de financiële toestand van de gemeente in overweging. Een tweede verblijf is een hoofdverblijfplaats waarvoor niemand zich heeft ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Door het instellen van een belasting op tweede verblijven, zullen ook de inkomsten die niet worden verworven vanwege het ontbreken van een inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister voor deze adressen gecompenseerd worden. Het gebrek aan een inschrijving in deze woningen maakt dat er geen overige belastinginkomsten, zoals de aanvullende personenbelasting, bestaan voor deze adressen. Op dit moment draagt men voor deze tijdelijke bewoning niets bij, de enige inkomsten van toepassing op dergelijke onroerende goederen zijn de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. Het is wenselijk het verlies aan dergelijke inkomsten te compenseren.
Een tweede verblijf is geen leegstaande woning. Het is een woning waarvoor kan worden aangetoond dat ze gebruikt wordt, ondanks het ontbreken van een inschrijving voor dit adres. Wel kan een tweede verblijf op termijn worden beschouwd als leegstaand. In dit geval zal de woning opgenomen worden in het leegstandsregister en zodoende onderhevig zijn aan de bepalingen van het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen. Het gemeentelijk beleid rond leegstand is afgestemd op het beleid rond tweede verblijven. Het reglement tweede verblijven is voorzien van een bijkomende omschrijving om te kunnen onderscheiden of een woning nu als tweede verblijf of als leegstaand wordt beschouwd.
Indien een woning uitsluitend wordt gebruikt voor een (aantoonbare) beroepsactiviteit én voor dit gebruik werd een omgevingsvergunning afgeleverd, dan komt de woning niet in aanmerking voor een belasting als tweede verblijf.
juridische grond
Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 28
Duidt de gemeente aan als regisseur van het lokaal woonbeleid.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Formuleert richtlijnen voor de opmaak van een belastingreglement tweede verblijven.
Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.
Gemeenten kunnen een register van leegstaande woningen en gebouwen bijhouden.
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
Regelt de regels over de ruimtelijke ordening en de omgevingsvergunning.
Besluit van 16 december 2019
Dit besluit regelt de belasting op tweede verblijven van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
regelgeving: bevoegdheid
Artikel 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college worden toevertrouwd: het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen
besluit
Artikel 1
De raad keurt het belastingreglement op tweede verblijven vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 goed als volgt:
Artikel 1 Voorwerp
Er wordt voor een periode aanvang nemend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 een jaarlijkse belasting geheven op de tweede verblijven.
Artikel 2 Definities
§1 Als woning wordt beschouwd:
Een onroerend goed of gedeelte ervan dat hoofdzakelijk is bestemd voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
§2 Als tweede verblijf wordt beschouwd:
Elke private woongelegenheid in Edegem waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Edegem. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
§3 Worden niet als tweede verblijf beschouwd:
- Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een (aantoonbare) beroepsactiviteit uit te oefenen
- Garages
- Tenten
- Verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij deze tenminste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.
- De leegstaande woning woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werd aangewend.
- Een private woongelegenheid die niet aan onderstaande criteria van een minimum aan bewoonbaarheid voldoet. M.a.w. als blijkt dat de woongelegenheid niet als een tweede verblijf kan worden benut:
§4 Als een studentehuis wordt beschouwd:
Een gebouw, uitsluitend bestaande uit minstens twee kamers en gebeurlijke gemeenschappelijke ruimten en/of studio’s die specifiek zijn gericht op de huisvesting van studenten. Dit gebouw moet eveneens voldoen aan de stedenbouwkundige normering én aan de gewestelijke kwaliteits- en veiligheidsnormen inzake kamers en studio’s.
Een appartement gelegen in een meergezinswoning wordt nooit beschouwd als een studentenhuis.
Artikel 3 Belastingplichtige
- De belasting is ondeelbaar en voor gans het jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.
- Diens belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt en geldt ongeacht het feit of de eigenaar al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.
- In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.
- De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
- De belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt. De belastingplicht geldt ongeacht het feit of de eigenaar al dan niet is ingeschreven op een ander adres in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente.
Artikel 4 Aangifteplicht
De belastingplichtige moet bij lokaal bestuur Edegem aangifte doen met een formulier dat door de administratie aan de belastingplichtige wordt verzonden. Dit aangifteformulier moet binnen de twee maanden na verzending ingevuld en ondertekend aan het lokaal bestuur worden terugbezorgd.
Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier toegestuurd heeft gekregen, dient hij zelf aangifte te doen uiterlijk op 30 september van elk aanslagjaar. De administratie stelt op eenvoudig verzoek een formulier ter beschikking.
De aangifte kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:
De administratie kan aan de belastingplichtige een “voorstel van aangifte” bezorgen. De titel van dit document omschrijft duidelijk dat het om een “voorstel van aangifte” gaat. Als de gegevens op dit “voorstel van aangifte” onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar moet de belastingplichtige ten laatste op 30 september van het aanslagjaar dit “voorstel van aangifte” verbeterd en vervolledigd terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte. Als de gegevens op dit “voorstel van aangifte” overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 30 september terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde “voorstel van aangifte”. Correcties van “voorstellen van aangiften” kunnen via e-mail: lokaalbestuur@edegem.be of per post worden ingediend.
Artikel 5 Bedrag
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier en het basisbedrag wordt vastgesteld op 1 200 EUR per tweede verblijf.
Artikel 6 Vrijstelling
Zijn vrijgesteld van belasting voor zover aan alle voorwaarden zijn voldaan op 1 januari van het aanslagjaar: een kamer of studio gelegen in een studentenhuis, zoals toegelicht in artikel 2§4, én ter beschikking gesteld aan een student die ingeschreven is in het hoger onderwijs.
Artikel 7 Invordering
De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten van het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Artikel 8 Ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn in dit reglement, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Artikel 9 Betwisting
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
Artikel 2
De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met de belasting op tweede verblijven met ingang van 1 januari 2023 op.