Op 16 december 2019 werd het reglement goedgekeurd op het ontbreken van een parkeerplaats (compensatoire vergoeding) tot 31 december 2025.
De compensatoire vergoeding heeft als doelstelling om de parkeerplaatsen die nodig zijn volgens de stedenbouwkundige voorschriften aan te leggen, of de vervangende belasting te laten betalen indien het aanleggen van de parkeerplaats onmogelijk of ongewenst is.
Aangezien de tariefstructuur reeds van toepassing is vanaf 1 januari 2020 is een tariefverhoging rekening houdend met de evolutie van de gezondheidsindex aangewezen
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.
De raad keurt het belastingregelement met ingang van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 op het ontbreken van parkeerplaatsen (compensatoire vergoeding) goed als volgt:
De belasting voor de compensatoire vergoeding bedraagt over de ganse gemeente 8 400 EUR per ontbrekende parkeerplaats.
De belasting is verschuldigd door de titularis van de omgevingsvergunning.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure en latere wijzigingen.
Alle voorgaande raadsbesluiten betreffende het belastingreglement compensatoire vergoeding bij oprichten van gebouwen en parkeerplaatsverplichting worden opgeheven vanaf 1 januari 2023.