Op 16 decembert 2019 werd het belastingreglement op brandstofdistributieapparaten goedgekeurd tot en met 31 december 2025.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.
Raadsbesluit 16 december 2019
Dit besluit regelt de belasting op brandstofdistributieapparaten tot en met 31 december 2025.
De raad keurt het het reglement op de belasting op brandstofdistributieapparaten van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 goed als volgt:
Artikel 1
Er wordt voor een termijn van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de vaste en beweegbare brandstofapparaten toegankelijk voor het publiek.
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat. De houder van het apparaat wordt, behoudens bewijs van het tegendeel, als dusdanig beschouwd.
Artikel 2
Voor elk apparaat bestaande op 1 januari van het belastingjaar wordt de belasting vastgesteld op:
Wanneer verschillende brandstofdistributieapparaten onder eenzelfde omhulsel worden samengevoegd of samengebracht, is de belasting voor elk apparaat verschuldigd.
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Bij gebrek aan een aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van de procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging van 100 % worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld.
Zijn vrijgesteld, de apparaten:
Voor elk apparaat dat de loop van de eerste helft van het belastingjaar werd weggenomen, zonder vervanging door een ander, wordt de belasting met de helft verminderd, op voorwaarde dat de belanghebbende, binnen de 14 dagen na het wegnemen, hiervan schriftelijk aangifte doet bij het college van burgemeester en schepenen. Voor elk apparaat dat in de loop van de tweede helft van het belastingjaar wordt geplaatst, wordt de belasting met de helft verminderd.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure en latere wijzigingen.
De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met het belastingreglement op brandstofdistributieapparaten met ingang van 1 januari 2023 op.