Op 19 oktober 2020 heeft het college beslist dat de ophaling van piekzakken zal wijzigen.
Vanaf 1 januari 2021 zal het aanbieden van extra afval gebeuren met een extra zak. Deze extra huisvuilzakken moeten 2 werkdagen voor de ophaling aangevraagd worden op het gratis telefoonnummer van IGEAN 0800 1 46 46. Ze moeten naast de volledig gevulde huisvuilcontainer voor ophaling worden aangeboden. De extra zak moet geen vuilzak van de gemeente zijn maar moet wel vlot in de container passen. Ook dit huisvuil wordt namelijk gewogen. Na lediging van de ‘normale’ container wordt deze zak in de container geplaatst en wordt deze opnieuw gewogen. De burger betaalt voor deze ophaling maar 1x de ledigingskost, maar ze betalen wel de verwerkingskost voor de totale hoeveelheid afval.
Extra zakken die niet in combinatie met een volle huisvuilcontainer worden aangeboden, zullen niet worden opgehaald.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.
Raadsbesluit van 22 juni 2015
Dit besluit regelt de retributies en modaliteiten voor de selectieve inzameling en verwerking met diftar.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
De minima en maxima tarieven zoals vermeld in bijlage 5.1.4 van het VLAREMA worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.
Op 16 december 2019 werd de contantbelasting op het ophalen van huishoudelijk afval tot 31 december 2025 goedgekeurd.
Een jaarlijkse bijsturing van de retributies is aangewezen om de algemene kostenstijging te volgen en de verhouding inkomsten/kosten in balans te houden.
De piekzakken heten vanaf volgend jaar ‘extra zakken’ en moeten niet langer aangeboden worden in vuilniszakken van de gemeente. De verkoop van de piekzakken stopt, bijgevolg moet het item piekzakken verwijdert worden in het besluit.
De raad keurt het reglement, welke de contantbelasting op het ophalen van afval bepaalt, goed met ingang van 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2025:
Artikel 1
1) een contantbelasting gevestigd op het ophalen van tuinafval, GFT+ en PMD. Ze is verschuldigd bij aflevering van de recipiënten en de zelfklevers door diegene die erom verzoekt.
2) de contantbelasting gevestigd voor de diftarophaling van restafval. Deze is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmakken van een aansluitpunt:
de referentiepersoon van elk gezin als zondanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister;
de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening;
iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die beroep doet op de dienstverlening;
verenigingen, gemeenschapshuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen, enz ... die beroep doen op de dienstverlening.
§1. Zakken voor tuinafval, GFT+ en PMD
De contantbelasting voor afvalzakken wordt als volgt vastgesteld:
- 0,45 EUR per tuinafvalzak van 50 l;
- 0,125 EUR per PMD-zak van 60 l.
Deze contantbelasting bevat de kostprijs van de zakken.
§2. Restafval
§2.1. De contantbelastingen voor de ophaling van restafval door middel van diftarcontainers zijn:
|
40 l |
120 l |
240 l |
1 100 l |
gebruiksrecht per maand/per container |
EUR 0,25 |
EUR 0,90 |
EUR 1,50 |
EUR 7,20 |
ledigingskost per aanbieding |
EUR 0,12 |
EUR 0,30 |
EUR 0,60 |
EUR 3,00 |
Verwerking (per kg) |
EUR 0,25 |
EUR 0,25 |
EUR 0,25 |
EUR 0,25 |
Voor tweede verblijven bedraagt de contantbelasting voor verwerking 0,34 EUR/kg in plaats van 0,25 EUR/kg.
Voor wijken die met ondergrondse containers zullen werken met een volumediftar gelijkgesteld aan 40 liter bedragen de contantbelastingen: 0,25 EUR gebruiksrecht per maand en 1,25 EUR per keer dat er gestort wordt.
De aanrekening van het gebruiksrecht gebeurt maandelijks. Bij een wisseling van container in de loop van de maand, zal het maandelijkse bedrag voor het volume van de initiële contaier aangerekend worden tot het einde van die maand. De volgende maand zal het maandbedrag van het volume van de nieuwe container aangerekend worden.
§2.2 Omruiling container / plaatsen slot
De contantbelasting voor het wisselen van volume na 30 kalenderdagen na de activering van een nieuw aansluiting bedraagt 15 EUR.
De contantbelasting voor het leveren en plaatsen van een kantelslot bedraagt 20 EUR.
De contantbelastingen worden van het voorschot afgehouden onmiddellijk na de uitvoering van deze opdracht.
§3. Zelfklever GFT+ emmer
Indien het GFT+ afval wordt aangeboden in de voorgeschreven emmers, moet elke emmer voorzien zijn van een jaarlijks te hernieuwen zelfklever die ter beschikking gesteld wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De jaarlijkse contantbelasting voor de zelfklever wordt vastgesteld op 11,00 EUR per stuk.
Het eenmalig tarief voor de aankoop van een GFT+ emmer wordt vastgesteld op 15,00 EUR per stuk.
Deze contantbelasting is evenwel niet verschuldigd indien het afval dat in de rolcontainer wordt gedeponeerd, op zich reeds verpakt is in de voorgeschreven gemeentelijke zakken voor GFT+.
§4. Grofvuilophaling huis-aan-huis
Voor de huis-aan-huis ophaling van grof vuil worden volgende contantbelasting gevestigd:
1) een vaste kost van 15,00 EUR per ophaling;
2) een verwerkingskost van 0,25 EUR per kilo.
Per ophaling wordt maximaal 2m³ opgehaald.
Artikel 2
Voor het OCMW zijn voor de in artikel 2 vermelde tarieven tegemoetkomingen voorzien voor inwoners van Edegem die genieten van één van volgende uitkeringen:
- het leefloon of de financiële hulp toegekend door het OCMW in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, respectievelijk de wet van 2 april 1965, betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door het OCMW;
- het gewaarborgd inkomen van bejaarden volgens de wet van 1 april 1969, toegekend door de Rijksdienst voor Pensioenen.
De modaliteiten hiervoor worden vastgesteld in overleg met het OCMW.
Artikel 3
De retributies, vermeld in artikel 1, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op vier decimalen.
Bij gebrek aan contante betaling wordt de contantbelasting een kohierbelasting.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure en latere wijzigingen.
De raad heft alle voorgaande raadsbesluiten betreffende de contantbelasting op het huishoudelijk afval op met ingang van 1 januari 2021.