Het principe van verplichte afkoppeling van rioolwater blijft gelden. Het verdient aanbeveling om de termijn van het belastingsreglement te verlengen tot minstens de duur van de huidige legislatuur omdat er volgens het strategisch meerjarenplan nog verschillende afkoppelingswerken op stapel staan.
Het bedrag hoeft niet aangepast te worden.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit decreet is van toepassing op de belastingen die worden gevestigd door de provincies en de gemeenten in het Vlaams Gewest.
Besluit 16 december 2013 betreffende belasting op volledige afkoppeling van DWA en RWA
Dit reglement regelt de belasting op volledige afkoppeling van DWA en RWA tot en met 31 december 2019
In 2013 werd het principe van verplichte afkoppeling van rioolwater naar een gescheiden stelsel van DWA (DroogWeerAfvoer) en RWA (RegenWaterAfvoer) goedgekeurd. Om dit principe afdwingbaar te maken en eventueel bij verzuim te beteugelen werd aansluitend een belastingsreglement goedgekeurd.
Volgens dit reglement kunnen de belastingen geïnd worden tijdens de periode 1 januari 2014 tot 31 december 2019.
Voor de volgende aanslagjaren moet dit belastingreglement derhalve worden herstemd.
De raad keurt het belastingreglement op volledige afkoppeling van DWA en RWA voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 goed als volgt:
Artikel 1: definities
Artikel 2: belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die eigenaar van het af te koppelen gebouw is op het moment van de uitvoering van het rioleringsproject en die binnen een termijn van 6 maanden na de datum van uitvoering van de rioleringswerken, het hemelwater niet maximaal laat afkoppelen volgens het door de gemeente vastgestelde afkopelingsproject.
Artikel 3:vaststelling
De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 1 500 EUR per jaar, verrekenbaar per maand en betaalbaar vanaf het einde van de zevende maand na de datum van de uitvoering van het afkoppelingsproject ter hoogte van de bestaande woning, indien het hemelwater bij de bestaande woning niet maximaal werd afgekoppeld.
Artikel 4: vrijstelling
Eingenaars van gebouwen waarvoor de maximale afkoppeling technisch-economisch niet haalbaar is worden vrijgesteld van deze belasting. De haalbaarheid van de maximale afkoppeling wordt bepaald door de afkoppelingsdeskundige. In geval van onenigheid over deze beslissing zal een voor beide partijen aanvaardbare, onafhankelijke deskundige aangesteld worden die de definitieve beslissing zal nemen.
Artikel 5: invordering en inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting wordt geïnd overeenkomstig de bepalingenvan het Decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Artikel 6: bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgmeester en schepenen.
De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De raad heft alle voorgaande besluiten in verband met volledige afkoppeling van DWA en RWA op vanaf 1 januari 2020.