2022_GR_00077 - huisvesting - administratieve verordening voor het verhuren van studentenkamers (wijziging) - goedkeuring

Op 20 december 2021 keurde de raad de administratieve verordening voor het verhuren van studentenkamers (reglement studentenkamers) goed. Na goedkeuring door de gemeenteraad werd het reglement ter goedkeuring voorgelegd aan de minister. Het reglement kan pas ingaan na de goedkeuring door de minister. 

Op 24 maart 2022 keurde de minister de administratieve verordening voor het verhuren van studentenkamers voorwaardelijk goed. Het ministerieel besluit is samen met het begeleidend schrijven opgenomen bij dit besluit. 

Op 23 mei 2022 keurde de raad de wijzigingen goed van de administratieve verordening voor het verhuren van studentenkamers. 

Op 30 mei 2022 werd het aangepast reglement bezorgd aan het agentschap Wonen-Vlaanderen. 

Op 30 mei 2022 ontvingen we bericht van het agentschap Wonen-Vlaanderen dat het reglement opnieuw aangepast moet worden. Er was een fout geslopen in een juridische verwijzing in het ministerieel besluit, de gemeente nam dit over in het gewijzigde reglement. Dit moet rechtgezet worden.

Noodzakelijke aanpassingen:

1. in het eerste lid van artikel 1 van het aangepaste reglement wordt verwezen naar “artikel 3.3, §3, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021”. Dit moet “artikel 3.2, §3, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021” zijn. Want daarin staat: “In het tweede lid wordt verstaan onder een student: iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling van het hoger onderwijs, die daar de lessen volgt en voor wie dat zijn hoofdbezigheid vormt, of de schoolverlater van het hoger onderwijs die de beroepsinschakelingstijd doorloopt met toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering." Binnen de context van dit reglement moeten we hiernaar verwijzen.
2. Een gevolg van deze aanpassing is dat de definitie van “student” (art. 2, 6°) ook aangepast moet worden, door :“Iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling van het hoger onderwijs, die daar de lessen volgt en voor wie dat zijn hoofdbezigheid vormt” uit te breiden naar: “Iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling van het hoger onderwijs, die daar de lessen volgt en voor wie dat zijn hoofdbezigheid vormt, of de schoolverlater van het hoger onderwijs die de beroepsinschakelingstijd doorloopt met toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering” zoals het in artikel 3.2, §3, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 wordt omschreven. 
3. In het eerste lid van art. 2 (definities) wordt geschreven: “De definities in de Vlaamse Codex Wonen en het woningkwaliteitsbesluit zijn van toepassing op dit reglement.” De begrippen “huurder” en “verhuurder” worden echter niet in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 of het Besluit Vlaamse Codex Wonen van2021 gedefinieerd. Het gaat hier om eigen definities. Dit moet duidelijker toegelicht worden.

De aangepaste administratieve verordening voor het verhuren van studentenkamers moet opnieuw ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

De Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 3.2.
De gemeenteraad kan bij verordening strengere veiligheids- en kwaliteitsnormen voor kamers opleggen dan vastgesteld door de Vlaamse Regering.

Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 3.3.
Binnen drie maanden na de voorlegging van een gemeentelijke verordening als vermeld in artikel 3.2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 beslist de minister over de goedkeuring ervan.