Op 20 september 2021 werd de gemeentebelasting op de personenbelasting tot en met 31 december 2025 vastgesteld.
De tariefverhogingen voor het afleveren van documenten in de sectoren ruimtelijke ordening, milieu en leven genereren meerontvangsten die aanleiding geven tot de tweede lokale taxshift van deze legislatuur.
Vanaf 2023 worden een aantal tariefverhogingen doorgevoerd voor het afleveren van documenten in de domeinen ruimtelijke ordening, milieu en leven. Hierdoor draagt de aanvrager van die documenten in hogere mate bij in financiering van de administratieve kosten die de afgifte van deze documenten in hoofde van het bestuur genereert. Het aandeel van de interne behandelingskost dat niet door de aanvrager betaald wordt en uit de algemene (fiscale) middelen moet gefinancierd worden verkleint daarom. Vermits het geenszins de bedoeling van de ingreep is om méér inkomsten te genereren wordt als tegenbeweging een overeenkomstige verlaging van de aanvullende personenbelasting doorgevoerd.
Na de eerste lokale taxshift ("De vervuiler betaalt") naar aanleiding van de invoering van GFT-diftar en de verhoging van de ecoparktarieven kunnen we deze tweede lokale taxshift van de legislatuur plaatsen onder de noemer "De aanvrager betaalt".
Artikelen 465 tot en met 470bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen
Deze artikelen regelen de bevoegdheid voor het heffen van een aanvullende bealsting op de personenbelasting en de wijze van inning daarvan.
De raad stelt voor het aanslagjaar 2023 tot en met 2025 een aanvullende gemeentebelasting vast ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 1
De raad stelt de belasting vast op 6,6% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 3
De raad heft alle voorgaande raadsbesluiten betreffende de aanvullende gemeentebelastingen op de personenbelasting op met ingang van 1 januari 2023.