Terug
Gepubliceerd op 18/12/2019

2019_GR_00174 - reglementen - belasting op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - goedkeuring

gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 20:00 Raadzaal gemeentehuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Philippe Muyters, Koen Metsu, Koen Michiels, Birre Timmermans, Sofie De Leeuw, Lawrence Vancraeyenest, Albert Follens, Brigitte Goris, Bart Breugelmans, Jeroen Van Laer, Sien Pillot, Cynthia Govers, Goedele Van der Spiegel, René Janssens, Rudi Dias, Ellen Stevens, Joost Goris, Guido Wallebroek, Cedric Guisson, Goedele Vandewalle, Julien Delarbre, Adrian De Weerdt, Ellen Van Assche, Ann De Cleyn, Sabine Peeters, Gitte Gijs, Katleen De Prins

Afwezig

Peter Verstraeten

Secretaris

Katleen De Prins

Voorzitter

Philippe Muyters

Stemming op het agendapunt

2019_GR_00174 - reglementen - belasting op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Philippe Muyters, Koen Metsu, Koen Michiels, Birre Timmermans, Sofie De Leeuw, Lawrence Vancraeyenest, Albert Follens, Brigitte Goris, Bart Breugelmans, Jeroen Van Laer, Sien Pillot, Cynthia Govers, Goedele Van der Spiegel, René Janssens, Rudi Dias, Ellen Stevens, Joost Goris, Guido Wallebroek, Cedric Guisson, Goedele Vandewalle, Julien Delarbre, Adrian De Weerdt, Ellen Van Assche, Ann De Cleyn, Sabine Peeters, Gitte Gijs, Katleen De Prins
Stemmen voor 23
Birre Timmermans, Goedele Van der Spiegel, Jeroen Van Laer, Koen Metsu, Koen Michiels, Sofie De Leeuw, Rudi Dias, Albert Follens, Ellen Stevens, Ellen Van Assche, Joost Goris, Guido Wallebroek, Cedric Guisson, Lawrence Vancraeyenest, Julien Delarbre, Goedele Vandewalle, René Janssens, Sien Pillot, Cynthia Govers, Brigitte Goris, Sabine Peeters, Gitte Gijs, Philippe Muyters
Stemmen tegen 3
Adrian De Weerdt, Bart Breugelmans, Ann De Cleyn
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2019_GR_00174 - reglementen - belasting op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - goedkeuring 2019_GR_00174 - reglementen - belasting op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Lokaal bestuur Edegem wil de eigenaars van onbewoonde en ongebruikte woningen en/of gebouwen aanmoedigen om deze woningen en/of gebouwen te bewonen of bruikbaar te maken. De strijd tegen leegstaande woningen en/of gebouwen zal onder meer een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een inventarislijst ook daadwerkelijk belast worden. Ook via de deelname aan de intergemeentelijke vereniging ‘IVLW Zuidrand’ en via de goedkeuring van de subsidieaanvraag door de gemeenteraad verbindt de gemeente zich tot het opsporen, registreren en aanpakken van leegstaande woningen en gebouwen. Daarnaast nopen de begrotingsnoodwendigheden evenzo tot het behoud van deze belasting.

Juridische grond

Grondwet, artikel 170§4

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
Dit decreet regelt de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting.

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en latere wijzigingen, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd.
Gemeenten kunnen een register van leegstaande woningen en gebouwen bijhouden.

Aanleiding en context

Op 26 juni 2017 werd het belastingreglement tot en met 31 december 2019 op leegstaande woningen en gebouwen goedgekeurd.

Voor de volgende aanslagjaren moet dit belastingreglement derhalve worden herstemd.

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0018

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur
<p><span style="text-decoration: underline;">Artikel 41 &sect;1 14&deg; van het decreet lokaal bestuur</span><br />De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college worden toevertrouwd: het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De raad keurt het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 goed als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ook ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

Voor de toepassing van dit reglement wordt specifiek volgende definitie verstaan onder:

1° Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris.

2° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

3° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a. een aangetekend schrijven;
b. een afgifte tegen ontvangstbewijs.

4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

5° Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt ingeschreven.

6° Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uit maken van het gebouw.

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na slopen van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

7° Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

8° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen als vermeld in art 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.

9° Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

10° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving, zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

11° Woning: een goed vermeld in artikel 2 §1, eerste lid, 31° van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).

12° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom
b) het recht van opstal of van erfpacht
c) het vruchtgebruik.

Artikel 2 Belasting op leegstaande woningen en gebouwen
§ 1. Er wordt vanaf 1 juli 2020 tot en met 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf (12) opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

§ 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf (12) opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de heffing verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf (12) maanden verstrijkt.

Artikel 3 Belastingplichtige

§ 1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de inventarisatiedatum.

§ 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§ 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.  Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel,
- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris,
- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 4 Tarief van de heffing

De belasting bedraagt:
1 500 EUR voor een leegstaande woning
1 500 EUR voor een leegstaand gebouw

Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat, bedraagt de belasting:
3 000 EUR voor een leegstaande woning
3 000 EUR voor een leegstaand gebouw

Indien het gebouw of de woning een derde  opeenvolgende  termijn van twaalf maanden op de inventaris staat, bedraagt de belasting:
4 500 EUR voor een leegstaande woning
4 500 EUR voor een leegstaand gebouw

Indien het gebouw of de woning een vierde of latere opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat, bedraagt de belasting:
6 000 EUR voor een leegstaande woning
6 000 EUR voor een leegstaand gebouw

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat wordt herrekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

Artikel 5 Vrijstellingen

§1. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de heffing moet via beveiligde zending worden ingediend bij lokaal bestuur Edegem voor de verjaardag van de inventarisdatum.  Deze inventarisdatum staat vermeld in de administratieve akte tot opname in het leegstandsregister. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 5§2 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

§ 2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die in een erkende zorginstelling verblijft, voor een periode van maximum twee jaar;

2° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing, voor een periode van maximum twee jaar;

3° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;

4° de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en de woning is aangeduid als te onteigenen goed.

5° de woning of het gebouw zit in onvrijwillige onverdeeldheid. Deze vrijstelling moet jaarlijks worden aangevraagd en geldt voor maximum twee jaar;

6° de woning of het gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

7° de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar;

8° de woning of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

9° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning) voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsverunning (stedenbouwkundige vergunning);

10° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning), mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling geldt voor een periode van maximum twee jaar.

Artikel 6 Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7 Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 8 Bezwaar

De heffingsplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 9

De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 2

De raad heft de voorgaande raadsbesluiten in verband met de belasting op leegstaande woningen en gebouwen met ingang van 1 januari 2020 op.